zaterdag 24 december 2011

Een college in je broekzak

Weet u wat een beamer is?
Vast wel: dat is namelijk iemand die iets bevestigt, als in 'Hij beaamt dat het waar is wat ik zeg."
Ok, ok, sorry, flauw grapje. Toch blijft het leuk om te zien dat een woord ineens een heel andere betekenis kan krijgen, zoals kinderen op de basisschool nu soms 'app en vloed' schrijven bij een dictee. Opmerkelijk in dit geval is, dat het engels klinkende beamer helemaal niet bestaat in het engels, daar heet het een projector. Taal is een levend fenomeen, waaraan nieuwe takken ontspruiten, oude afsterven en bestaande van vorm veranderen.

Ook de beamer - eh... projector dus - maakt een ontwikkeling door, net zoals het woord zelf. Vijftien jaar geleden waren het nog logge zware bakbeesten waarvan de dure lamp stuk ging als je hem zomaar uitzette. Vijf jaar later waren het handzame kastjes geworden, die je zo op een bankje zette om een ademloze menigte studenten te trakteren op multimedia: bewegende beelden, internet, aanschouwelijk onderwijs. Prachtig (behalve dat ze een gewild doelwit waren van collegezalen afstruinende pickpockets).

Sinds een jaar of twee is er weer wat veranderd. Het handzame kastje kent inmiddels een slimline nazaat in de vorm van de Pocket Projector. Een wireless supercompact projectortje waarmee je beeld projecteert waar je staat: op de gang, in de parkeergarage, naast de koffieshop. Nu nog beperkt wat betreft lichtopbrengst en accuduur, maar sta er eens even bij stil wat het betekent als dat projectortje een paar slagen doorontwikkeling achter zich heeft. Sommige types hebben nu al cardreaders, of een directe verbinding met internet of server. Het maakt voor een groot deel het schoolgebouw overbodig.

Daar waar je nu nog groepen moet verzamelen op een centraal punt om je video of Powerpoint te tonen, kun je dat straks overal. Vijf stagiairs op de bouwplaats ter plekke informatie over typen funderingen laten zien. Tijdens een mooie boswandeling de ontwikkeling van het landschap op een dikke eik projecteren. Twee leerlingmonteurs voor wie je het vervangen van de distributieriem in de geopende motorkap afdraait. Met een pocket projector heb je zomaar multimedia colleges in je broekzak, dat je op verwachte en onverwachte momenten kunt inzetten als je iets wilt verduidelijken voor meer dan 1 of 2 personen. De Pocket Projector maakt zo van de hele wereld een leslokaal. Nu nog wat oplaadbomen in het bos.

LINKS
* De Pico Projector in actie...
* Met de praxinoscoop projecteerde je heeeel vroeger bewegend beeld...



dinsdag 6 december 2011

Niet te volgen dit

Waarschijnlijk komt deze zin niet over bij u.
Want slechts 7% van onze communicatie komt van (gesproken) woorden, en de andere 93% is lichaamstaal, intonatie en dergelijke. Van de tekst tot nu toe zouden dan maar zo'n 7 letters bij u overkomen, wie weet alleen maar het woord 'niet'.

Ik zie ze nog regelmatig voorbij komen, die staatjes over welk deel van je communicatie effectief is, en welk deel niet. Terwijl we natuurlijk al lang weten dat iets ingewikkelds als je boodschap over laten komen geen kwestie is van een precies recept afwikkelen alsof het Ossobuco a la Latium is. Er is niet 1 recept voor effectieve communicatie, er zijn er talloze. Om niet te zeggen: oneindig veel.

Dat is overigens geen reden om te denken dat er helemaal geen regels bestaan. Laat die 7% woorden maar eens weg, en probeer dan als mime-speler 93% effectiviteit te bereiken. Knappe jongen/meid als je dat zomaar lukt. Waar het om gaat is dus niet het combineren van de juiste doses tot er een werkend communicatiedrankje ontstaat, maar om afhankelijk van de situatie een aantal factoren uit te spelen die mede het effect van je betoog bepalen. In onze cultuur van het geschreven woord wordt daarbij vaak wel erg zwaar op de kracht van de tekstuele inhoud geleund.

Overzichtjes met wat werkt in communicatie zouden ons ervan bewust moeten maken dat het nuttig kan zijn om eens op andere zaken te letten dan alleen die eeuwige inhoud. Een fijne blouse aantrekken waarin je je lekker voelt, een paar ontspannen praatjes vooraf met de aanwezigen, echt contact zoeken met de mensen die je wilt bereiken. Wat de staatjes in hun nuttige cijferdrift een beetje verhullen, is dat het niet zozeer jouw inhoudelijke zendcapaciteiten zijn die de doorslag geven, maar je vermogen om aan te sluiten bij de ontvankelijkheid van de ontvanger. Ik geef u op een briefje dat als we zo'n andersom schema zouden maken, die er ongeveer zo uit zou zien:
goed aanvoelen waar een ander mee bezig is en daarop aansluiten: effectiviteit 100%.
Dan maakt het niet uit of u dat doet met woord, beeld, gebaar, zang, dans, spel of een leuke tabel met percentages.

LINKS
* Over die 93% Non-verbale communicatie...
* 100 andere communicatiemiddelen om te gebruiken...