zaterdag 24 december 2011

Een college in je broekzak

Weet u wat een beamer is?
Vast wel: dat is namelijk iemand die iets bevestigt, als in 'Hij beaamt dat het waar is wat ik zeg."
Ok, ok, sorry, flauw grapje. Toch blijft het leuk om te zien dat een woord ineens een heel andere betekenis kan krijgen, zoals kinderen op de basisschool nu soms 'app en vloed' schrijven bij een dictee. Opmerkelijk in dit geval is, dat het engels klinkende beamer helemaal niet bestaat in het engels, daar heet het een projector. Taal is een levend fenomeen, waaraan nieuwe takken ontspruiten, oude afsterven en bestaande van vorm veranderen.

Ook de beamer - eh... projector dus - maakt een ontwikkeling door, net zoals het woord zelf. Vijftien jaar geleden waren het nog logge zware bakbeesten waarvan de dure lamp stuk ging als je hem zomaar uitzette. Vijf jaar later waren het handzame kastjes geworden, die je zo op een bankje zette om een ademloze menigte studenten te trakteren op multimedia: bewegende beelden, internet, aanschouwelijk onderwijs. Prachtig (behalve dat ze een gewild doelwit waren van collegezalen afstruinende pickpockets).

Sinds een jaar of twee is er weer wat veranderd. Het handzame kastje kent inmiddels een slimline nazaat in de vorm van de Pocket Projector. Een wireless supercompact projectortje waarmee je beeld projecteert waar je staat: op de gang, in de parkeergarage, naast de koffieshop. Nu nog beperkt wat betreft lichtopbrengst en accuduur, maar sta er eens even bij stil wat het betekent als dat projectortje een paar slagen doorontwikkeling achter zich heeft. Sommige types hebben nu al cardreaders, of een directe verbinding met internet of server. Het maakt voor een groot deel het schoolgebouw overbodig.

Daar waar je nu nog groepen moet verzamelen op een centraal punt om je video of Powerpoint te tonen, kun je dat straks overal. Vijf stagiairs op de bouwplaats ter plekke informatie over typen funderingen laten zien. Tijdens een mooie boswandeling de ontwikkeling van het landschap op een dikke eik projecteren. Twee leerlingmonteurs voor wie je het vervangen van de distributieriem in de geopende motorkap afdraait. Met een pocket projector heb je zomaar multimedia colleges in je broekzak, dat je op verwachte en onverwachte momenten kunt inzetten als je iets wilt verduidelijken voor meer dan 1 of 2 personen. De Pocket Projector maakt zo van de hele wereld een leslokaal. Nu nog wat oplaadbomen in het bos.

LINKS
* De Pico Projector in actie...
* Met de praxinoscoop projecteerde je heeeel vroeger bewegend beeld...



dinsdag 6 december 2011

Niet te volgen dit

Waarschijnlijk komt deze zin niet over bij u.
Want slechts 7% van onze communicatie komt van (gesproken) woorden, en de andere 93% is lichaamstaal, intonatie en dergelijke. Van de tekst tot nu toe zouden dan maar zo'n 7 letters bij u overkomen, wie weet alleen maar het woord 'niet'.

Ik zie ze nog regelmatig voorbij komen, die staatjes over welk deel van je communicatie effectief is, en welk deel niet. Terwijl we natuurlijk al lang weten dat iets ingewikkelds als je boodschap over laten komen geen kwestie is van een precies recept afwikkelen alsof het Ossobuco a la Latium is. Er is niet 1 recept voor effectieve communicatie, er zijn er talloze. Om niet te zeggen: oneindig veel.

Dat is overigens geen reden om te denken dat er helemaal geen regels bestaan. Laat die 7% woorden maar eens weg, en probeer dan als mime-speler 93% effectiviteit te bereiken. Knappe jongen/meid als je dat zomaar lukt. Waar het om gaat is dus niet het combineren van de juiste doses tot er een werkend communicatiedrankje ontstaat, maar om afhankelijk van de situatie een aantal factoren uit te spelen die mede het effect van je betoog bepalen. In onze cultuur van het geschreven woord wordt daarbij vaak wel erg zwaar op de kracht van de tekstuele inhoud geleund.

Overzichtjes met wat werkt in communicatie zouden ons ervan bewust moeten maken dat het nuttig kan zijn om eens op andere zaken te letten dan alleen die eeuwige inhoud. Een fijne blouse aantrekken waarin je je lekker voelt, een paar ontspannen praatjes vooraf met de aanwezigen, echt contact zoeken met de mensen die je wilt bereiken. Wat de staatjes in hun nuttige cijferdrift een beetje verhullen, is dat het niet zozeer jouw inhoudelijke zendcapaciteiten zijn die de doorslag geven, maar je vermogen om aan te sluiten bij de ontvankelijkheid van de ontvanger. Ik geef u op een briefje dat als we zo'n andersom schema zouden maken, die er ongeveer zo uit zou zien:
goed aanvoelen waar een ander mee bezig is en daarop aansluiten: effectiviteit 100%.
Dan maakt het niet uit of u dat doet met woord, beeld, gebaar, zang, dans, spel of een leuke tabel met percentages.

LINKS
* Over die 93% Non-verbale communicatie...
* 100 andere communicatiemiddelen om te gebruiken...

maandag 21 november 2011

Waar heb je het eigenlijk over?

Als je iemand een toespraak hoort geven dan merk je snel genoeg of hij een stopwoord heeft, of een concept dat steeds maar terugkomt. En wanneer je dan daarop gaat letten kan dat de verdere betekenis aardig in de weg zitten. Je hoort dan alleen nog maar dat telkens terugkerende woord, of dat eeuwige stokpaardje. Neem premier Balkenende indertijd, die zo vaak samen zei of met elkaar dat je hem bijna als twee personen ging zien.

Andersom is een stuk lastiger.
Je hoort of leest een stuk tekst en probeert daar de essentie uit te halen. Als het helder geschreven is, is dat niet zo moeilijk. Niet alle teksten geven zich zomaar prijs. Het gebruik van 'Wordle' voegt echter een interessante, visuele dimensie toe. In plaats van zelf een inschatting te maken van wat de tekst zoal aanstipt, maak je met Wordle een begrippenwolk van de gebruikte woorden. Hoe vaker een woord voorkomt, hoe groter het in de wolk verschijnt. Door de combinatie van begrippen in het plaatje zie je in één oogopslag wat de strekking van een betoog is. Je vormt je direct een beeld van de betekenis.

Dat is niet alleen leuk voor de lezer, maar ook voor de schrijver. Je ziet direct of je variatie genoeg in je begrippen hebt, en kunt dus direct synoniemen gebruiken als blijkt dat sommige woorden wel erg vaak in je zinnen verschijnen. Wordle als alternatieve synoniemenlijst, wie gebruikt dat als zodanig? Neem deze blogpost. Als ik hem laat analyseren, komt er als meestgebruikte woord 'Wordle' uit. Hmmmm... dus ik heb daarna gauw mijn stuk aangepast. Omdat ik natuurlijk wel wil dat het belangrijkste echt tot uiting komt. Dat tekst niet moet afleiden van de kern. Want de belangrijkste 3 functies van tekst zijn nu eenmaal betekenis, betekenis en betekenis.

LINKS
* Maak je eigen Wordle...
* Met tekst kun je ook tekenen overigens: Type Drawing...




donderdag 10 november 2011

Efficiënt uit je neus eten.


Slecht nieuws voor efficiënte managers:
jullie zijn verkeerd bezig.
Dat heb ik gelukkig niet van mezelf, maar ook van anderen. Iemand als Bas Haring bijvoorbeeld, niet de eerste de beste. Haring is professor Filosofie op de Universiteit Leiden, en hij houdt regelmatig een pleidooi voor inefficiëntie. Goed weten wat je wel en niet kunt doen suggereert dat er een duidelijke scheidslijn is tussen wat zinvol is en wat niet. Maar in de praktijk zijn de meeste grenzen vaag. Geen probleem, zegt Haring, je standaardiseert wat eenvoudig is en de rest los je ad hoc op. Bovendien kan inefficiëntie kwaliteit aan het leven geven. Zo neemt hij de hele zondagmiddag om te koken, terwijl dat natuurlijk best sneller zou kunnen om tijd over te houden voor andere zaken. Hoeft niet, zegt Haring. Best fijn, en heeft wel wat.

Een oud-collega van me ging daarin nog een stapje verder. Hij stelt dat als er binnen een activiteit geen ruimte is voor neuspeutertijd, het nooit echt iets kan worden. Neuspeuteren, niksdoen, een beetje om de hete brij lopen. Voor hem staat dat model voor de grondhouding altijd tijd te willen vinden om zaken te laten bezinken. Wie stilstaat, kan rustig om zich heen kijken en het landschap overzien. Waar zijn we eigenlijk, wat doen we hier? Is iedereen wel meegekomen, slepen we niet teveel ballast mee? Dankzij neuspeutertijd loopt geen enkel project van hem gierend uit de rails, holt niemand zichzelf en collega's voorbij in het streven om iets te bereiken waarvan het doel al lang niet meer is bijgesteld. Dan zien we hem met boek, blad of mp3-speler ergens zitten, beetje bladeren, beppen, koffie. Aan de buitenkant niet te zien dat hij het druk heeft, of zelfs maar met iets bezig is. Het onzichtbare verschil tussen 'doing things' en 'getting things done'.

Natuurlijk weten we dat allemaal wel. Des te opmerkelijk is het dat je dit gegeven niet terugziet in modellen die de efficiëntie willen bevorderen. Waar is de N in SMART? In de PDCA cyclus? Wie schrijft er bewust uren op? Wie durft halverwege een traject voluit te zeggen dat hij nog niet zo zeker is dat we op de goede weg zijn? Er rust nog steeds een taboe of twijfel, en op uren die ogenschijnlijk opgaan aan niets. Lummelen, neuspeuteren, mijmeren en dagdromen passen niet goed in ons beeld van effectief werken. Inmiddels maakt het Nieuwe Werken een onstuitbare opmars door. Waar ik nu vooral benieuwd naar ben, is hoe al die solitaire werkers hun werktijd inschatten. Schrijven ze ogenschijnlijk verloren tijd op projecten? Bannen ze niet-productiviteit rigoreus uit? Kan er iets bestaan als Neuspeuteren 2.0?

LINKS
* Het efficiency-denken van Taylor...
* Neuspeuteren kost de economie 25 miljoen euro...

dinsdag 25 oktober 2011

Slimme Beagle ontsnapt

Misschien kent u hem al, want hij staat al zeker sinds 2008 op YouTube.
Hopelijk blijft hij er nog jaren op staan, want ik kan er persoonlijk niet genoeg van krijgen. Ik bedoel dit filmpje van 1 min.49 met de Beagle (da's een hondenras) die ontsnapt uit een kooi.

Het is fascinerend om te zien hoe deze hond stapje voor stapje, voetje voor voetje, zoekend een houvast vindt langs twee gaaswandjes tegelijk, en gestaag omhoog klimt om daar een volgende obstakel in alle rust te tackelen: het golfdak. Het is op zich al geweldig wat deze Houdini Beagle kan, maar wat we nog meer intrigeert is de vraag: hoe heeft hij dit geleerd? Is deze ontsnappingsact het resultaat van honderden vruchteloze pogingen? Wanneer doorzag hij dat na het gaas dat golfdak een hindernis was om te nemen? Hoe leer je die meesterlijke voor-achterpootcoordinatie waarmee hij zo welbewust weet te klimmen? Waar ging hij na de ontsnapping naartoe? Zat daar misschien ook al een plan achter?

Kunnen leren is een ongelooflijk machtige eigenschap zoals je zo fraai ziet in dit filmpje. Wij mensen zijn daar ook goed in. We kwamen ermee op de maan, en het bracht ons Senseo, smartphone en elektrische vliegenmepper. Bovendien ontwikkelden we taalvermogen, waarmee we opgedane kennis relatief eenvoudig aan elkaar kunnen overdragen.

Dat brengt mij op het meest intrigerende deel van dit filmpje, namelijk de laatste 30 seconden. Vanaf 1:19 wordt Houdini bij de deur aandachtig gadeslagen door Beagle 2, en daar komt op het moment supreme van de ontsnapping (1:46) nog Beagle 3 bij. Wat zien die twee? Leren ze van Houdin's gedrag? Doorzien ze hoe het moet? Constateren ze dat dit de manier is om buiten te komen? Wat steken ze op van die kleine 2 minuutjes? Ik zou het ze zo graag willen vragen...



PS: Er is een (overbodige) soundtrack gezet onder dit filmpje. Maar hij staat hier omdat bij de originele versie het insluiten op andere pagina's uitgeschakeld is. Wilt u hem toch zien, met het originele omgevingsgeluid:
Beagle zonder muziek. ...

LINKS
* Beagles zijn slimme hondjes...
* Deze hond heeft geleerd zichzelf uit te laten...

dinsdag 11 oktober 2011

Uitstelgedrag

Sorry dat ik te vroeg ben.
Dit stukje moest pas eind volgende week af zijn, maar ik kon het niet laten. Op het moment dat ik een gaatje in mijn agenda zag, ben ik gelijk gaan schrijven. Direct aanpakken, dan is dat maar af, denk ik dan, en dat maakt mooi ruimte voor iets anders.

Niet waar natuurlijk. Zoals de meeste mensen lijd ik (zij het in geringe mate) aan uitstelgedrag, of om die mooie echte term ervoor eens te gebruiken: procrostinatie. We horen het anderen maar zelden bekennen, maar toch heeft zo'n 20% van de mensen ernstig last van dit verschijnsel, ook wel studentengedrag genoemd. Ergens niet aan kunnen beginnen voordat het echt noodzakelijk is, toch nog even iets anders doen dat veel leuker is, jezelf wijsmaken dat dit net niet het juiste moment is om aan die zware klus te beginnen.

Het past ook niet zo in onze huidige cultuur van ondernemende, energieke en resultaatgerichte werkgevers en werknemers. We roepen veel liever een beeld op van iemand die van aanpakken weet en gelijk de koe bij de hoorns vat. Je eigen uitstelgedrag onzichtbaar houden betekent ook dat je anderen geen gelegenheid geeft om oplossingen aan te dragen. Want de meeste procrastinatoren (of is het procrastineerders?) gaan best gebukt onder de consequenties, meestal in de vorm van ongezonde stress en wankelende deadlines. Waar ze wel goed in zijn, is in de dooddoeners: "Ik heb die druk juist nodig. " "Alleen zo kan ik creatief zijn. " Smoezen die al lang doorgeprikt zijn.

Uitstelgedrag is een symptoom van slecht tijdmanagement, en dat is iets dat iedereen in onze dynamische samenleveing eigenlijk beter zou moeten kunnen. Want uitstellers zijn niet meer beweeglijk als de deadline in zicht is, en beroven zichzelf juist van de vrijheid die ze zeggen te nemen door iets anders op een verkeerd moment te doen. Voor pubers is uitstellen logisch omdat ze nog niet voldoende ontwikkeld zijn, maar voor volwassenen is het eigenlijk het cultiveren van gebrek aan impulsbeheersing.

Ik zou nog uren door kunnen gaan over dit onderwerp, maar ik heb er een uur voor gereserveerd, en dat is bijna om. Zo kan ik weer aan de slag met de volgende klus, en hebt u even iets om goed over na te denken. Altijd nog beter dan dat dikke kwartaalrapport dat u al de hele middag aan zit te staren.

LINKS
* Procrastinatie: een mooi woord voor een hardnekkig verschijnsel...
* 10 manieren om procrastinatie te tackelen...

donderdag 15 september 2011

Doe eens beter je best! vs. Ik zie dat je je best doet


Wat is het effect van de attributiestrategie in vergelijking met de overtuigingsstrategie? Eerst de definities: attribueren is ‘iets toeschrijven aan’. Bijvoorbeeld een eigenschap aan iemand toeschrijven, of een oorzaak van een gebeurtenis ergens neerleggen. Overtuigen – in dit verband – is iemand ferm toespreken en daarmee overtuigen om ander gedrag te vertonen.

Bijvoorbeeld:
Een aantal klassen krijgen snoepjes uitgedeeld die in een papiertje zitten. Daarna wordt geteld hoeveel snoeppapiertjes op de grond liggen. Dat is de nulmeting van het netheidsniveau van de klas. Liggen er 15 papiertjes van 30 leerlingen, dan is het netheidsniveau 50%.

De helft van de klassen wordt vervolgens getracht op te voeden met de overtuigingsstrategie: “jullie moeten netter zijn”, “jullie moeten beter je best doen”, “gooi je papiertjes niet op de grond”, “hé, wat zie ik daar? Pak dat eens op”. Dus eigenlijk alles wat iedereen die met pubers te maken heeft zichzelf regelmatig hoort doen: preken, corrigeren, toespreken. De andere helft wordt opgevoed met de attributiestrategie: “jullie zijn eigenlijk best netjes”, “ik zie dat je je best doet”, “dit is een nette school en jullie horen bij de netste klassen in die school”.

Twee maanden later wordt de nulmeting herhaald: de kinderen die met de attributietheorie ‘behandeld’ waren zijn netter geworden dan de andere groep. En het mooie is, dat werkt niet alleen met snoeppapiertjes, maar ook met rekenvaardigheid: de kinderen tegen wie dingen gezegd waren als ‘ik zie dat je je best doet’, ‘je kunt rekenen’, ‘ik zie dat je het nog een keer nakijkt voor je het inlevert’ deden het beter dan de kinderen aan wie verteld werd ‘je moet ook beter je best doen’, ‘rekenen is niet je sterke kant’, ‘je moet het ook nakijken voor je het inlevert'.

LINKS
* Meer lezen over snoeppapiertjes op de grond? ...
* Ruim je troep op! ...



vrijdag 2 september 2011

De draad van het verhaal

Wat is de beste uitvinding aller tijden?
'Het vuur' wordt dan veel genoemd. Of het watercloset. Geweldige vondsten die zeker hun steentje bijdroegen aan wat we Hier & Nu zijn. Voor onze kennissamenleving is de ontwikkeling van taal natuurlijk de Nummer-1 Hit. Spraak en taal, waarmee we persoonlijke ervaringen en inzichten kunnen overdragen,
waarmee een collectief bewustzijn ontstaat. Weten wat een ander weet. Kunnen denken met andermans gedachten. Taal, software van het brein.

Maar om te kunnen praten is het handig om eerst en vooral in leven te blijven. De Britse textielhistorica Elizabeth Wayland Barber noemt daarom een opmerkelijke uitvinding die aan de basis staat van de ontwikkeling van de mens: de draad. De slimme vondst om vezels in elkaar te draaien tot een snoer dat nieuwe vondsten mogelijk maakt: vislijn, touw, riemen, pezen van bogen, stoffen en natuurlijk kleding. Draad als middel om dat alles letterlijk aan elkaar te knopen, zoals taal het gedachtengoed van mensen aan elkaar knoopt.

Het maken van draden is een simpele vondst, met grote gevolgen.
Daar ligt een opmerkelijke overeenkomst met taal. Net als draden verbindt taal onze gedachten tot een nieuw, samenhangend geheel. Niemand die dat ambacht beter beheerst dan een spin doctor. De kunst van het zo verweven van argumenten dat er een overtuigend betoog ontstaat.
'Spin doctor': what's in a name!

LINKS
* Wayland: Vrouwen, kleding en de vroegste samenlevingen ...
* Sommige Spin Doctors klinken goed, maar zien er niet uit...


zaterdag 27 augustus 2011

Knullig presenteren.. en toch impact

Daar staat hij dan. Dikke bril, nerdy voorkomen, spreekwoordelijk saai overhemd.
Met een onderwerp waar weinig mensen van zullen opspringen: statische gegevens over de wereldbevolking. En toch maakt Hans Rosling indruk met zijn presentatie, bij mij elke keer weer. Daarom staat zijn filmpje op TED al jaren op het programma van de presentatietrainingen die ik geef. Waarom eigenlijk?

Een deel van het antwoord is natuurlijk simpel. Hans weet best hoe hij eruitziet, en hij stoort er zich niet aan. Daar waar de meeste mensen in een kramp schieten om toch vooral flitsender te willen lijken, om maar niet saai gevonden te worden, laat hij zijn slonzige looks voor wat ze zijn en concentreert hij zich op waar hij wel goed in is. Gaandeweg zijn verhaal merk je dat hij zijn anekdotes, die ene olijke blik over zijn bril, en de verrassende ontknopingen in zijn statistieken als een scherpschutter gericht de zaal in mikt. Met effect. Raar accent of niet, hij weet welk punt hij wil maken, maakt hem met plezier en bouwt op die manier zijn nerdy uiterlijk om naar een onderscheidend underdog imago.

Ik kan er niks aan doen, hij blijft als voorbeeld in mijn training. Want er is nog iets in zijn presentatie waarvan ik blij word, naast Hans' vermogen om zijn non-uitstraling voor zich te laten werken. Het is de subtiele, ingetogen blijheid van Hans zelf, die je ziet als hij uit droge data feiten haalt die werkelijk iets vertellen. Daarin zie je de wetenschapper die zich als een weerhaakje in de materie heeft vastgezet om iets nieuws te vinden. En in plaats van weg te zakken in stellingen en jargon waar alleen vakgenoten kunnen genieten, zet Hans zijn bevindingen als een sportverslaggever neer. Alsof de ontdekking van de feiten een wedstrijd met een timeframe was, en hij als de tweelingbroer van de sporter ernaast liep om live verslag uit eerste hand te doen. Heerlijk.

Wetenschap bedrijven is natuurlijk geweldig. Graven in onderzoeksgegevens is fantastisch werk, maar het risico bestaat dat je je gaat gedragen als de mol die je wordt van al dat graafwerk. Wie dan toch gedoseerd als een spotlightgevoelige atleet uit de startblokken weet te komen, verdient daarom alle eer. Hans Rosling verdient die eer.


LINKS
* Hans Rosling en het spannende van 'full access to the databases'...
* Reveting talks by remarkable people... de TED site is een presentatiemust...

woensdag 10 augustus 2011

Creatieve associaties

Wat ziet u in het huis hiernaast?
Onze geest maakt soms wonderlijke sprongen.
Jongerenwerkster Charli(22) liep al jaren langs dit gebouw zonder dat haar iets bijzonders opviel. Totdat ze samen met haar vriend vlakbij het huis in het verkeer stilstond. Haar vriend keek nog eens:
"Dat huis lijkt op Hitler."

En toen zag Charli het ook! Ze maakte een foto, stuurde die via Twitter en in no time was The House That Looks Like Hitler een trending topic. De bewoners waren 'not amused' overigens. Vreemd hoe we zo snel iets heel anders kunnen zien dan voorheen, terwijl er aan het object zelf niks verandert. Dat is het leuke van onze associatieve geest. Met behulp van visuele associatie kun je onbewuste patronen zichtbaar maken, dingen zien die er niet zijn, oplossingen bedenken die nooit in beeld kwamen.

Ons onbewuste communiceert in beelden en symbolen en niet vanuit logica. Impressies komen rechtstreeks bij je binnen zonder censuur van het denken. Door visuele associatie vormen beelden het vertrekpunt om contact met het onbewuste te leggen, waardoor je zicht krijgt op patronen of relaties die uit een andere situatie stammen. De inzichten die je zo verkrijgt, hebben een diepe impact en worden gemakkelijker vastgehouden. Een aha-gevoel.

Beeld dus. We weten dat ook geur sterk associatief werkt, waardoor je bijvoorbeeld plotseling het gevoel van de schuur of keuken van je ouderlijk huis terugkrijgt. Een geweldig gegeven. Geluid werkt ook al zo associatief.
Dan maakt mijn geest ineens een nieuwsgierig extra sprongetje:
Hoe klinkt en ruikt een huis eigenlijk, dat op Adolf Hitler lijkt?
Een eh... AH erlebenis?

LINKS
* Het huis dat lijkt op Hitler...
* Audio associaties: ook in geluid kun je van alles horen dat er niet is...



vrijdag 15 juli 2011

Met de kennis van nu... had ik dat anders gedaan.

Ik hoor het hem nog zo zeggen, onze oud-premier Jan-Peter: "Met de kennis van nu had ik dat anders gedaan." Interessante uitspraak, waardoor ik me direct afvroeg of datzelfde ook zou kunnen gelden voor mijn oordeel hierover. Ofwel, dat mijn mening over deze uitspraak van hem na verloop van tijd ook veranderd is, door nieuwe inzichten. Dus dat ik daar anders over ben gaan denken. Zo gedacht, zo gedaan: ik pakte mijn agenda en schreef op een willekeurige dag ergens ver vooruit: reageren op JP's "kennis van nu".

Die gekozen dag was die van vandaag en ik moet zeggen.... waar ging het ook alweer over? Weliswaar herinner ik me het citaat nog goed, maar wat was de zaak? De val van het kabinet? De inval in Irak? DSB perikelen? Bouwfraude? Ik weet het niet meer. Met enig schaamrood op de kaken moet ik toegeven dat mijn 'kennis van nu' niet meer relevant is voor de zaak van toen.

Dat geeft dus ook de onzinnigheid van de stelling aan. Het heeft weinig zin om achteraf wijsheden op te dissen. De werkelijkheid is achterhaald en het zicht erop al omgeven door optrekkende mist. Maatgevend is wat je nu vindt over wat nu actueel is, met de urgentie van het hier en nu. Eenmaal afgehandeld - al dan niet adekwaat of kundig - is de noodzaak tot beslissen weg. Wijsheid achteraf heet dat dan.

Met de kennis van nu moet je niet het verleden te lijf. Maar laten zien dat je het juist nu - of straks - anders doet. Er bestaat niet iets als terugschrijdend inzicht, wel voortschrijdend inzicht. Alleen daarmee kom je vooruit.
De rest is retoriek.


LINKS
* Met de kennis van nu": daar ging het over...
* Politici moeten juist niet achterom kijken...

donderdag 30 juni 2011

Puberbrein: een handleiding voor het onderwijs

Wat beweegt de puber .... en wat is nodig om hem of haar in beweging te brengen?
Na de hausse in de vorm van boeken, discussies op tv, lezingen en krantenartikelen zijn er weinig opleiders die niet ergens iets gehoord hebben over een pre-frontale cortex. En dat die pre-frontale cortex bij pubers nog niet op dezelfde manier functioneert als bij volwassenen. Maar wat betekent dat nu voor het onderwijs?

Hilleke Hulshoff, professor in de neurowetenschappen aan de Universiteit Utrecht, zegt tijdens een presentatie aan lerarenopleiders (12 mei 2011, ECENT) dat ze daar nog geen harde uitspraken over kan doen. Een aantal dingen is zeker, maar we weten nog niet hoe dat vertaald kan worden.

Zeker weten 1: Het is zeker dat de pre-frontale cortex bij pubers nog in ontwikkeling is.
Zeker weten 2: Het is zeker dat er van alles met de witte stof aan de hand is bij pubers, waardoor ze minder overzichtelijk kunnen denken.
Zeker weten 3: Het is zeker dat pubers minder makkelijk impulsen kunnen controleren.
Zeker weten 4: Het is zeker dat al die verschillen in de hersenen onder andere de volgende gevolgen hebben: ze kunnen nog niet goed plannen, ze kunnen minder goed prioriteiten stellen, en ze kunnen nog niet goed belangstelling op brengen voor dingen die hen niet direct raken.

Het interessante is: dat weten docenten al lang.
Maar dat heeft in al die jaren hun manier van lesgeven niet veranderd. Er wordt nog altijd graag 50 minuten tegen pubers aangepraat. Er wordt nog altijd gedacht dat zolang je het woord hebt, je ook de aandacht hebt. Er wordt nog altijd gezegd dat pubers van nu minder, slechter, ongemotiveerder en onbeschaafder zijn dan pubers vroeger. Er wordt nog altijd een beroep gedaan op niet-bestaande intrinsieke belangstelling en afwezige organisatorische capaciteiten.

Het aardige van al die nieuwe inzichten is dan ook de bijvangst:
Zeker weten 5: een scooter rijdt niet op melk (al dan niet verantwoord biologisch). Als je met het verkeerde voorstellingsvermogen probeert iets in beweging te krijgen, is het resultaat nihil. Stop een tijger in je tank, geen koe. Spreek pubers aan op wat ze zijn, en niet op iets anders. Anders komt er heus geen beweging in.

LINKS
* Hilleke Hulshoff: Hersenwerk in onderwijs...
* Het puberbrein binnenstebuiten...

woensdag 15 juni 2011

Mobieltjes in het onderwijs... weg ermee!

Sommige scholen gaan ertoe over om mobieltjes in de klas te verbieden.
Leerlingen zijn met van alles bezig behalve de les, is het argument. Een interessante gedachte.

Interessant vooral ook omdat er zoveel kritiek op is gekomen. Hoezo verbieden? Met een moderne telefoon haal je de wereld in huis en er is een fantastische app voor zo'n beetje elk onderwerp om spelenderwijs te ontdekken. Laat die scholen energie stoppen om al die power zinvol in het onderwijs te gebruiken.
Modern leren! Nieuwe media! Kansen! Kansen!

Het klinkt leuk, maar is het realistisch? Stel dat leerlingen ineens allemaal op school komen met een scherp mes. Een scherp mes is een fantastisch stuk gereedschap dat dagelijks onmisbaar is bij de bereiding van voedsel en bij allerhande andere praktische zaken. Zelf verantwoord je eigen en andermans voedsel kunnen bereiden is niet alleen zinvol werk, maar heeft ook sociale, maatschappelijke, economische en fysieke aspecten. Dat is niet niks, en zou er best voor kunnen pleiten om al die messen maar toe te laten. Gewoon lekker in de praktijk de voor- en nadelen leren ontdekken.

De simpele reden is natuurlijk dat messen noch mobieltjes zich zomaar in goed onderwijs laten inpassen. De kansen zien, maar ook de bedreigingen: als het goed is kan een goede docent dat onderscheid maken. Hard lopen is goed voor je gezondheid maar je wilt niet dat ze dat allemaal in de klas gaan doen. Goed onderwijs is afstemmen wat wel en wat niet, en deze regels telkens bijstellen. Scholen die al te snel het nieuwe omarmen omdat het nieuw is, vind ik zelf wat suspect. Een goede school die even pas op de plaats maakt en de ruimte schept om de juiste omstandigheden te scheppen waarin het nieuwe ook echt zinvol kan worden gebruikt. Gestaag goede stappen maken. Dat klinkt als gezond verstand.


LINKS
* 30 Manieren om mobieltjes in de klas te gebruiken...
* Hier geen mobieltjes: handig affiche voor in school.






vrijdag 6 mei 2011

De halfwaardetijd van geheim


Dankjewel, paperazzi.
In het mediatijdperk hou je niks meer verborgen. Lou Reed zong al over zijn eigen leven: 'Growing up in public with your pants down'. Wat je ook doet of zegt, voor beroemdheden geldt dat alles vroeg of laat in de spotlight komt. Geen uitspatting, onecht kind, foute uitspraak of rare kronkel die verborgen blijft.

Danjewel, Wikileaks.
In onze digitale tijd geldt dat inmiddels ook voor de heimelijke wereld van diplomatie. Overleg tussen de schuifdeuren, onthullende rapporten van experts ter plekke, beschamende uitlatingen van hen van wie we beter verwachten. Het blijft niet meer onder pet, je veegt het niet meer onder het tapijt. Is er eigenlijk nog iets dat je wel geheim kunt houden?

Dankjewel, president Obama.
Je zou zeggen dat de persoon die het machtigste ambt ter wereld uitoefent, het beste in staat moet zijn om iets buiten de media te houden. President Obama besloot foto's van de dode Al Qaida leider niet openbaar te maken. Een boeiend gegeven. Want als het straks toch uitlekt, geklikt of geklokkenluid, hoeven we alleen maar te meten hoe lang dat precies duurde. Dan kunnen we aan de hand daarvan de halfwaardetijd van geheimen uitrekenen. En rekening houden met de vervaltijd van ongemakkelijke waarheden die we liever voor ons houden.
Een handige nieuwe maatstaf voor communicatie benchmarking.

LINKS
* Shhh... hou het onder ons.
* Beroepsmatige stalkers.

maandag 2 mei 2011

De 21e eeuw kan beginnen

We waren er eigenlijk al lang niet meer mee bezig. Want zo relevant was hij natuurlijk niet meer, die spiritueel leider, onzichtbaar ergens in een vaagdonkere grot. Toch markeert de dood van Bin Laden niet zozeer het einde van een tijdperk, maar wel van een periode. Met gevoel voor media exposure en communicatie wist hij ruim een decennium lang het idee te handhaven dat er een tweedeling bestaat die beslecht moet worden. Een idee dat ons gijzelde, en grip kreeg op ons denken, op onze politiek, op ons wereldbeeld.

Nu dat ikoon weg is, valt pas op hoe sterk de werkelijkheid hem achterhaald heeft. De hele Arabische wereld is inmiddels begonnen het heft in eigen handen te nemen. Geen fanatiek-religieuze hordes, maar moderne burgers met internet, gevoel voor traditie en vooral hoop op een betere toekomst. Ze bedienen zich van digitale media die 10 jaar geleden nog in de kinderschoenen stonden, en in de Arabische wereld nog maar mondjesmaat aanwezig waren. Dat is wel even flink veranderd.

Het duurde even, maar de verwachte informatiesamenleving die al in de jaren '80 werd voorspeld, lijkt er toch te zijn gekomen. Social media, die je een blik geeft over de hele wereld, in ieders boekenkast, en die elke groep kan samenbrengen op een virtueel forum of een echt Egyptisch vredesplein. Met wat vertraging is de de 21e eeuw nu hopelijk echt begonnen.
Vooruit, aan de slag.

LINKS
* Er is nog genoeg te doen.
* Over de nieuwe economie.
* De lerende van de 21e eeuw.

vrijdag 22 april 2011

Attributietheorie: doe er je voordeel mee!

“Ja, iedereen had een onvoldoende!”
“Die docent had helemaal niet gezegd dat we dat hoofdstuk ook moesten leren.”
“Het waren hele andere vragen dan in het boek”.

Wie heeft nooit op die manier z’n eigen onvoldoende voor een proefwerk verdedigd? Het is een klassiek voorbeeld van externe attributie: de oorzaak van een gebeurtenis bij een externe bron leggen – heb ik een onvoldoende? "Komt niet door mij". Echter, met het grootste gemak schrijven ze de zojuist behaalde voldoende voor een vak toe aan hun eigen capaciteiten: “Ik snapte het gewoon goed”, “ik had er goed voor geleerd”. Interne attributie dus: de oorzaak wordt bij zichzelf gezocht. Zijn ze zich daar zelf niet van bewust?

Natuurlijk wel – in de meeste gevallen wel.
Maar ze zitten ook midden in hun identeitsvorming. En daarbij spelen drie identiteiten een rol: wie ze denken dat ze zijn, wie ze zouden willen zijn, en hoe ze overkomen op de buitenwereld. Het spanningsveld tussen die drie is iets waar ze permanent mee bezig zijn: hoe zou het overkomen als ik dit zeg? Of dat. Welke identiteit versterk ik dan en is dat degene die ik wil versterken. En het halen van een slecht cijfer voor wiskunde: is dat wie ik wil zijn of juist niet? Is dat wie ik ben of juist niet? Is dat hoe anderen mij zien of juist niet? En waar ligt dan de oorzaak voor dat slechte cijfer. Intern of extern?

LINKS
* Attributietheorie... de Wikipedia way...
* Test de prestatiemotivatie van jongeren...

donderdag 7 april 2011

Het onbekende herontdekt


Pas ontdekte Indianen in de Amazone... fascinerend.
Nooit contact gehad met de buitenwereld. Geen weet van Twitter, airconditioning, Nixon en Starbucks. Waarover zouden ze 's avonds met elkaar praten? Waar zouden wij het met ze over hebben?

Survival International in Londen, een club die stammen in de wildernis wil beschermen kwam eind mei 2008 met foto’s van wat een onontdekte stam in het Amazone-gebied bij de grens van Brazilië en Peru ging heten. De foto’s van Indianen die overvliegende vliegtuigen met pijlen beschoten gingen de hele wereld over en haalden ook de voorpagina's in Nederland. Een maand later kwam de fotograaf (José Carlos Meirelles, 61) met de onthutsende waarheid: het was niet waar. De stam was al geregistreerd in Brazilië vanaf 1910. Hij zocht de stam bewust op, in opdracht van de Brazilian Indian Protection Agency, die aanhoudend campagne voert tegen exploitatie van deze gebieden.

Meirelles vond de stam aan de hand van bekende gps-coördinaten en een opvallende kale plek die een kennis in Google Earth had waargenomen. Mereilles en Survival International spraken zelf van 'uncontacted tribes', die al decennia werden geobserveerd. De pers plakte er vervolgens het label ‘onontdekt’ op.

Net zo snel als het nieuws over de stam verscheen, verdween het weer. Er bestaat meer behoefte aan een indianenstam als voorbeeld van ongerepte, woeste romantiek, dan aan diezelfde indianen als onderdeel van een wereld die al lang in kaart is gebracht en globale problemen moet zien op te lossen (zoals ontbossing). Moderne technologie jaagt een sterke zucht naar authenticiteit aan, iets dat overigens al eeuwen gebeurt.

Het aardige is dat het daarmee ook zijn eigen mythes schept, want deze indianenfoto's keren ook nu regelmatig terug met hun achterhaalde label 'onontdekt'. Bijna alsof het niet waar kan zijn. Niet waar mag zijn. Want zeg eens eerlijk: toen u deze pagina zag, dacht u toen ook niet, wauw.. onontdekte indianen! Maar helaas. Blijft toch een merkwaardige gedachte, dat juist een technologisch geavanceerde samenleving een goede basis is om iets bestaands telkens weer als nieuw te ontdekken.

LINKS
* Bekijk de Uncontacted Tribes...
* Sommige mensen moeten dit ook nodig herontdekken...


woensdag 16 maart 2011

Communiceren door stilte

……………………………………………………………………………………………
Om gepast met dit onderwerp van start te gaan, ben ik hierboven begonnen met een zin stilte.
Stilte is afwezigheid van geluid, dus het lijkt logisch dat je in een stil moment weinig zinvols kunt vertellen.
Dat is natuurlijk niet waar: ook met een veelzeggend gebaar, een vriendelijke knipoog of een verbaasd gezicht zeg je wel degelijk iets.

In onze hectische samenleving zijn mensen vaak bang om stiltes te laten vallen. Het lijkt dan of je niet in staat bent richting aan een gesprek te geven, met soms overhaaste, plichtmatige of overbodige reacties als gevolg. Een interessant onderwerp is, hoe je bewust functionele stiltes voor je kunt laten werken. Check bijgaande video van eh.. Player Supreme van Zenmack.com, waarvan op het net een aantal video’s circuleren rond de Kunst van het Daten, ofwel op effectieve wijze proberen een vriend/vriendin op te doen: iemand versieren dus. In zijn Conversation Class voert hij interessante argumenten aan voor het bewust laten vallen van een paar momenten stilte voor je ergens op reageert. Hij stelt: “Een korte pauze van drie tot vijf seconden is een krachtig instrument in een gesprek, waarmee je drie doelen bereikt.”

Een: Je loopt niet het risico de ander in de rede te vallen, mocht die toevallig net even adem moeten halen om verder te kunnen gaan. Twee: Je laat de ander merken dat je stilstaat bij diens inbreng, in plaats van plomp met je reactie binnen te vallen. Drie: De ruimte die je krijgt door niet direct van wal te steken, geeft je de mogelijkheid om je een beter beeld te vormen van wat de ander nu precies gezegd heeft. Zodat je daar veel gerichter op kunt reageren.

Vervolgens geeft hij aan wat voor soort reactie dan het effect kan versterken: door de ander te vragen om een toelichting, met open vragen die uitnodigen tot praten. Grappig toch, die aloude trucs om nader tot elkaar te komen. Basisgedrag dat net zo gemakkelijk werkt in een verkoopgesprek, in onderwijs en elke setting waarin mensen elkaar willen overtuigen. Creëer rust in het gesprek, geef iemand de ruimte, stel vragen zodat iemand zich op zijn gemak voelt. Het kan zo simpel zijn. Het werkt zo goed.
Om stil van te worden.



LINKS
* Maak effectief gebruik van stiltes (Frank van Marwijk)...
* Maar... hoe klinkt stilte eigenlijk?...

dinsdag 1 maart 2011

Aardappels schillen goed voor lichaamsgeur.

Er zijn van die berichten die je aan het denken zetten. Zo lazen we op 22 februari '11: "Gebruik mobiele telefoon verhoogt plaatselijke hersenactiviteit." Uit onderzoek zou blijken dat gebruik van een mobiel tot toename leidt van activiteit in delen van de hersenen. Dat is schrikken.

Een mooi voorbeeld van half nieuws. Mij lijkt het volstrekt logisch dat hersenactiviteit toeneemt tijdens het gebruik van een mobiel. Elke gesprek levert input en inzichten waar je hersenen mee aan de gang gaan. Uiteraard ben je dan breinmatig actiever als dat je even tevoor, zeg, argeloos ins blaue hinein zat te staren. Als je het schillen van aardappelen als activiteit vergelijkt met een uurtje mountainbiken
kun je ongetwijfeld contateren dan de fietser een sterkere lichaamslucht heeft ontwikkeld in dezelfde tijd. Zo! Kennis!

Wie de moeite nam het artikel over de mobiel verder te lezen, zag dat er toch iets meer te vertellen was. Proefpersonen kregen een mobiele telefoon aan elk oor. Een van de telefoons werd aangezet, waarna gedurende 50 minuten metingen werden verricht. Door een telefoon bij beide oren te houden konden proefpersonen niet weten welke telefoon aan, en welke uit stond. Dat maakt de informatie ineens een stuk bruikbaarder, want het oor met de telefoon aan verbruikte zeven procent meer glucose, wat erop zou wijzen dat het metabolisme in de hersencellen was toegenomen. Het hogere metabolisme-niveau werd gevonden in de orbitofrontale cortex en het achterste deel van de temporale kwab. De eerste speelt een rol bij cognitieve gedachteverwerking, maar de taken van het deel van de temporale kwab waar de verhoging speelde zijn nog onduidelijk.

Interessante informatie, die helaas alsnog tot niets leidt: de onderzoekers stellen dat de relevantie van het geheel onduidelijk is. Het is niet bekend of en zo ja, in hoeverre de gemeten verhoging van 7 procent in het glucoseverbruik schadelijk kan zijn. Daarvoor is dus.... meer onderzoek nodig.

Daar staan we dan.
Neem je netjes je extra dosis informatie om om tot een genuanceerder oordeel te komen, eindig je alsnog met hetzelfde vage weetje. Dan is de heilzame werking van aardappels schillen een stuk beter te onderbouwen.

LINKS
* Mobiel bellen en hersenen.
* De aardappel als bron van geloof.

donderdag 10 februari 2011

De mist van Egypte

Godzijdank hebben we tegenwoordig Twitter en Facebook.
Moderne media, waarmee iedereen zich persoonlijk kan uitdrukken en contact met de hele wereld kan leggen. De wereld een groot dorp, broeders en zusters, world peace. De Global Village, kijk maar naar Egypte 2011.

Een interessant verschijnsel bij de omwenteling in Egypte zijn de Mannen Op Kamelen. Ze verschenen zo ongeveer op de derde grote dag van demonstraties op het Tahrir plein en maakten amok. Wie waren ze eigenlijk? Ondanks alle media waarmee we praktisch over elke schouder aldaar kunnen meekijken, weten we dat niet. Buitenlandse persbureaus, Teletekst, Nu.nl, NOS Online, Twitter, Facebook... binnnen een dag hoorde ik twee verklaringen. Eerst zouden ze gedirigeerd zijn door Mubarak ("het tuig van de pyramides, geronseld door veiligheidsdienst en met vrachtwagens naar het plein vervoerd") en een dag later kwam de Moslimbroederschap in beeld.

Die zouden belang hebben bij rellen om de ontwikkelingen te forceren en op de achtergrond daarvan als best georganiseerde partij de vruchten ervan plukken. Wie het nu waren? Ondanks dat we tot op individueeel niveau kunnen inzoomen op wat er gebeurt, missen we vitale informatie voor het echte verhaal, het totaalplaatje.

Wat dat betreft is er niets veranderd.
Het is de oorlogsmist, de'Fog of War', dat gebeurtenissen voor ons vaak te groot zijn om te overzien. De mist bestaat dan uit een enorme informatiebrij waar geen helder overzicht meer uit te krijgen is. De analyse wordt giswerk, de vervolgstap een gok. Dat was vroeger zo, dat geldt nu nog steeds. Met Twitter en Facebook kun je verder dan ooit inzoomen op allerlei aspecten ervan, als een soort fractal. Natuurlijk kan dat helpen voor het overzicht. Maar wie nu wie nu wie dirigeerde naar dat plein... Dat ene feitje kwam niet boven water. Ondanks het stralende weer verdween de waarheid in de Egyptische mediamist van 3 februari 2011.

LINKS
* Fog of War: the uncertainty in situation awareness experienced by participants in military operations.
* Global Village, de wereld als dorp.

maandag 7 februari 2011

Balanceeract


Je ziet het niet op het eerste gezicht.
Terwijl het toch zo'n vertrouwd beeld is, in feite. Hiernaast staat een
kaart van de wereld, alleen niet volgens een gezichtspunt waarop we er al jaren naar kijken. Met Antarctica onderaan in beeld, en de Noordpool zo'n beetje in het midden.

Verrassend hoe het dan opeens lijkt dat Australië op de kop staat, en Afrika dreigt te kantelen. Onzin natuurlijk, want er verandert niets aan de werkelijkheid in beide continenten. Er verschuift geen stoel, geen mens neemt plots de verkeerde afslag.

Deze wereldkaart komt van Rem Koolhaas, en is te vinden in het onderzoeksrapport dat zijn bureau samen met WNF en Ecofys onlangs presenteerde. Voor een nieuwe kritische blik op hoe we met de aarde omgaan, veranderden ze van gezichtspunt. Waarom zouden Noord- en Zuidpool ook boven- en onderkant moeten zijn? De nieuwe kijk sluit beter aan op de samenhang van onze wereld. Zo projecteerden de onderzoekers op de kaart de wereldenergie waardoor dat een enkel netwerk lijkt. Een mooi vertrekpunt om gekieteld te worden om mee te denken in nieuwe oplossingen rond de duurzaamheid van ons bestaan.

Het is een klassiek gegeven in de communicatie: wil je ergens aandacht op vestigen, doe dat eens vanuit een verrassend ander gezichtspunt. Dat triggert de geest, prikkelt letterlijk de fantasie en brengt nieuwe ideeën voort. Andersom denken, als verplichte kost voor de creatieve kenniswerkers van de 21e eeuw. Activerende didactiek voor het brein. Didactiek, in de zin van een situatie creëren waarin nieuw inzicht kan ontstaan. Zonder garantie dat er ook echt wat uitkomt natuurlijk. Want als je verwacht dat anderen zich openstellen voor nieuwe inzichten, dan moet je dat ook zelf kunnen doen. Wel zo eerlijk.

Die afbeelding met dat centrale wereldstroomnetwerk, u ziet hem links. Het eerste dat ik erin zie, is een soort bodybuilding ballerina die een evenwichtsact opvoert op een klein bolletje, zie onder. Een associatie die natuurlijk prima aansluit bij het doel van het onderzoek om de kwetsbaarheid van onze voornaamste bron van bestaan voor het voetlicht te krijgen.

Zou Koolhaas dat er zelf ook al in gezien hebben?


LINKS
* Bekijk het rapport van Koolhaas.
* Denk zelf ook eens andersom.

maandag 31 januari 2011

Een goed gesprek

Het meest bijzondere dat wij mensen kunnen doen is anders worden.
We kunnen allerlei omstandigheden aan door ons een beetje aan te passen, door nieuw gedrag te ontwikkelen, door nieuwe inzichten op te doen. Anders gezegd: we kunnen leren. Kunnen leren is een fantastische kwaliteit waarmee je constant je horizon kunt verruimen. Voor een lerend mens als u en ik is het leven een neverending goudmijn die ons rijker en rijker maakt. Rijk aan inzicht, rijk aan inspiratie.

We leren het meeste van anderen mensen. Het mooie daarbij is, dat het woord leren zowel betekent het zelf verwerven van kennis en vaardigheden, als het vermogen om dat aan anderen over te dragen. Leren is tweerichtingsverkeer. Een conversatie met hoor en wederhoor, uitwisseling.

Van een goed gesprek worden beide gesprekspartners wijzer. Niets is daarom belangrijker dan een goed gesprek kunnen voeren, open staan voor wat anderen kunnen inbrengen. Toch blijkt dat in de praktijk vaak bitter moeilijk. Blokkades, onuitgesproken verwachtingen, slechte vragen, subtiliteiten die in verbaal geweld ten onder gaan.
Een goed gesprek kunnen voeren: gespreksstof genoeg.

De kunst van het converseren...
.. in Engeland organiseerden ze in het kader van 'the Art of Conversation' een busreis waarbij je voor de verandering eens niet zwijgzaam naast elkaar zit de hele rit, maar het gesprek volop aangaat. Want uit elk gesprek valt wat te halen. Als je maar wilt!